Wie was Darius I in de Bijbel? (2024)

Darius was een Perzische koning. Hij regeerde van 522 tot 486 voor Christus.

Darius I, II en III

22Ingeschreven werden de familiehoofden van de Levieten in de tijd van Eljasib, Jojada, Jochanan en Jaddua, evenals zij die tot de priesterfamilies behoorden tijdens de regering van de Perzische koning Darius.

Nehemia 12:22NBV21Open in de Bijbel

Behalve Darius I zijn er nog twee andere Perzische koningen die Darius heten. Darius II regeert van 424 tot 404 voor Christus. Hij wordt bedoeld in Nehemia 12:22. Darius III begint in 335 voor Christus te regeren. In 330 komt hij bij een aanslag om het leven. Hij wordt bedoeld in 1 Makkabeeën 1:1. Hij was de laatste koning van het grote Perzische rijk.

Voorgeschiedenis

1Alexander van Macedonië, zoon van Filippus, afkomstig uit het land van de Kittiërs, was van daaruit opgetrokken tegen Darius, de koning van de Perzen en de Meden. Hij versloeg hem en werd in zijn plaats koning; hij heerste toen al over Griekenland.

1 Makkabeeën 1:1NBV21Open in de Bijbel

De regering van Darius I

Koningin Wasti verstoten

1Het was in de tijd van Ahasveros, de Ahasveros die regeerde over een rijk dat zich uitstrekte van India tot Nubië en dat honderdzevenentwintig provincies telde.

Ester 1:1-2NBV21Open in de Bijbel

Darius I brengt rust in het enorm grote Perzische rijk, dat zich uitstrekt van India tot Egypte en Klein-Azië (Ester 1:1-2). Om het koninkrijk goed te kunnen besturen en de belastingen te kunnen innen, verdeelt hij het in twintig satrapiën. Dat zijn grote gebieden onder de leiding van een bestuurder uit Perzië (satraap). Juda en Jeruzalem maken deel uit van de satrapie Trans-Eufraat (Ezra 4:10-22; Nehemia 3:7).

10en van de andere volken die de grote en doorluchtige Asnappar in ballingschap heeft weggevoerd en heeft laten wonen in de steden van Samaria en het overige gebied van de provincie Trans-Eufraat. 11(Dit is een afschrift van de door hen geschreven brief.) Aan koning Artaxerxes, van uw dienaren, inwoners van de genoemde provincie.

12Het zij de koning bekend dat de Judeeërs die bij u zijn weggegaan bij ons in Jeruzalem zijn aangekomen, en dat zij deze opstandige en slechte stad aan het herbouwen zijn: ze herstellen de muren en repareren de fundamenten. 13Het zij de koning bekend dat wanneer deze stad herbouwd is en de muren hersteld zijn er niet langer belasting, cijns of tol zal worden afgedragen, wat de belangen van het koninkrijk zeker zal schaden. 14Welnu, omdat wij ons gebonden weten aan het paleis, en omdat het ons niet past lijdzaam toe te zien hoe de koning in zijn eer wordt aangetast, stellen wij u hiervan op de hoogte, 15zodat onderzoek kan worden gedaan in de boeken met de gedenkwaardige gebeurtenissen van uw voorgangers. Als u daarin leest, zult u ontdekken dat deze stad een opstandige en vanouds oproerige stad is, waar de belangen van koningen en provincies worden geschaad. Daarom ook werd deze stad verwoest. 16Wij wijzen de koning erop dat wanneer deze stad zal zijn herbouwd en de muren zullen zijn hersteld, u de macht over de provincie Trans-Eufraat kwijt zult raken.’

17De koning stuurde het volgende antwoord:

‘Aan Rechum, het hoofd van de kanselarij, en aan Simsai, de hofschrijver, en aan hun overige ambtgenoten die wonen in Samaria en de rest van de provincie Trans-Eufraat: wij wensen u vrede!

18Het schrijven dat u ons heeft doen toekomen, is mij woordelijk voorgelezen. 19Ik heb bevel gegeven de zaak te onderzoeken, en het is aan het licht gekomen dat deze stad zich van oudsher tegen haar koningen verzet heeft en dat ze een bron is van opstand en oproer. 20Er blijken in Jeruzalem zelfs sterke koningen geweest te zijn die hun macht hebben doen gelden in de hele provincie Trans-Eufraat, en aan wie belasting, cijns en tol werd betaald. 21Geef daarom de mannen bevel het werk te staken, want deze stad mag niet worden herbouwd totdat ik daartoe opdracht geef. 22Hoed u in dezen voor nalatigheid, opdat het koninkrijk geen grote schade zal lijden.’

Ezra 4:10-22NBV21Open in de Bijbel

7Naast hen werkten Melatja uit Gibeon en Jadon uit Meronot met de mannen uit Gibeon en Mispa, waar de residentie van de gouverneur van de provincie Trans-Eufraat was.

Nehemia 3:7NBV21Open in de Bijbel

Het herstel van de tempel in Jeruzalem

6Afschrift van de brief die Tattenai, de gouverneur van de provincie Trans-Eufraat, en Setar-Boznai en diens ambtgenoten, bestuurders van de genoemde provincie, aan koning Darius hebben gezonden. 7Het bericht aan hem luidde als volgt:

‘Aan Darius, de koning: alle goeds!

8Het zij de koning bekend dat wij naar de provincie Juda zijn gegaan, naar de tempel van de grote God. Die tempel wordt opgetrokken van steenblokken, en in de muren worden balken gelegd. Het werk wordt zorgvuldig uitgevoerd en vordert gestaag.

9Wij hebben de oudsten gevraagd wie hun het bevel had gegeven deze tempel te herbouwen en het houtwerk aan te brengen. 10Ook hebben wij hun namen gevraagd, zodat we, te uwer informatie, de namen van de leiders schriftelijk konden vastleggen. 11Dit was hun antwoord: “Wij zijn dienaren van de God van de hemel en de aarde, en wij herstellen de tempel die reeds vele jaren geleden werd gebouwd; een groot koning van Israël heeft de bouw ervan destijds voltooid. 12Maar omdat onze voorouders de toorn van de God van de hemel hebben gewekt, heeft Hij hen uitgeleverd aan de koning van Babylonië, de Chaldeeër Nebukadnessar. Hij heeft deze tempel verwoest en het volk in ballingschap naar Babylonië weggevoerd. 13Koning Cyrus van Babylonië echter heeft in zijn eerste regeringsjaar bevel gegeven de tempel van God te herbouwen. 14Ook de gouden en zilveren voorwerpen die Nebukadnessar uit Gods heiligdom in Jeruzalem had weggenomen en naar het heiligdom in Babel had gebracht, zijn door koning Cyrus daar weer vandaan gehaald en overgedragen aan een zekere Sesbassar, die door hem was aangesteld als gouverneur. 15Hij zei hem: ‘Neem deze voorwerpen en zet ze terug in het heiligdom van Jeruzalem. Zorg ervoor dat Gods tempel op zijn vroegere plaats herbouwd wordt.’ 16Genoemde Sesbassar is hier gekomen en heeft de fundering laten leggen van Gods tempel in Jeruzalem, en van toen af aan tot nu toe is eraan gebouwd, maar hij is nog niet gereed.”

17Welnu, als het de koning behaagt, laat hij dan in Babylonië een onderzoek instellen in de koninklijke archieven naar de vraag of het werkelijk zo is dat koning Cyrus bevel heeft gegeven om deze tempel van God in Jeruzalem op te bouwen. Laat hij ons vervolgens op de hoogte brengen van zijn wil in dezen.’

Ezra 5:6-17NBV21Open in de Bijbel

1Toen gaf koning Darius bevel om een onderzoek in te stellen in de Babylonische archieven, waar de schatten worden bewaard. 2In de burcht van Ekbatana, in de provincie Medië, vond men een rol waarin de volgende gedenkwaardige gebeurtenis beschreven was:

3‘In zijn eerste regeringsjaar heeft koning Cyrus het volgende bevel gegeven aangaande de tempel van God in Jeruzalem: De tempel moet worden herbouwd, op de plaats waar geofferd wordt. Het grondplan moet hetzelfde blijven, en hij moet zestig el hoog worden en zestig el breed. 4Hij moet bestaan uit drie lagen steenblokken en één laag hout, en de kosten moeten worden betaald uit de koninklijke schatkist. 5Ook moeten de gouden en zilveren voorwerpen uit Gods tempel, die Nebukadnessar uit het heiligdom in Jeruzalem heeft weggenomen en naar Babel heeft gebracht, worden teruggegeven en worden overgebracht naar het heiligdom in Jeruzalem, waar ze horen, en daar worden neergezet, in de tempel van God.’

6‘Wat uw vraag betreft, Tattenai, gouverneur van de provincie Trans-Eufraat, en Setar-Boznai en uw ambtgenoten, bestuurders van de genoemde provincie: laat de bouw ongemoeid. 7Laat het werk aan de tempel van God ongestoord voortgang vinden. De gouverneur en de oudsten van de Judeeërs mogen de tempel herbouwen op zijn vroegere plaats. 8En ik heb bevel gegeven dat u de oudsten van de Judeeërs moet steunen bij de bouw van de tempel van God: zij moeten de kosten steeds volledig vergoed krijgen uit de koninklijke schatkist, uit de belastingopbrengst van de provincie Trans-Eufraat, zolang als nodig is. 9Alles wat de priesters in Jeruzalem nodig hebben –runderen, rammen en lammeren om te offeren aan de God van de hemel, en tarwe, zout, wijn en olie–, alles wat zij vragen moet hun dagelijks, zonder enige terughoudendheid, gegeven worden, 10zodat zij offergaven aan de God van de hemel kunnen brengen, en zullen bidden voor het leven van de koning en zijn zonen. 11Ook heb ik het bevel gegeven dat er bij iedereen die dit besluit overtreedt een balk uit zijn huis moet worden gesloopt, waaraan hij vervolgens rechtop zal worden vastgenageld. Zijn huis moet worden verwoest. 12Moge de God die zijn naam op deze plaats laat wonen alle koningen en volken neerslaan die een poging doen om dit besluit te overtreden door deze tempel, de tempel van God in Jeruzalem, te verwoesten. Ik, Darius, heb dit bevel gegeven, en het moet nauwkeurig worden uitgevoerd.’

Ezra 6:1-12NBV21Open in de Bijbel

Tijdens de regering van Darius I wordt de tempel in Jeruzalem weer opgebouwd (zie Ezra 5:6-6:12). De tempel is in 586 voor Christus verwoest door de Babyloniërs (2 Koningen 25:8-9). Het herstel van de tempel begint in 520 voor Christus, onder leiding van Zerubbabel en Jesua. In 515 voor Christus is de tempel klaar (Ezra 6:13-15).

13Tattenai, de gouverneur van de provincie Trans-Eufraat, Setar-Boznai en hun ambtgenoten voerden nauwgezet uit wat koning Darius bevolen had. 14De oudsten van de Judeeërs vorderden gestaag met de bouw, dankzij het optreden van de profeet Haggai en van Zacharia, de kleinzoon van Iddo. Zij voltooiden de tempelbouw zoals de God van Israël en de Perzische koningen Cyrus, Darius en Artaxerxes bevolen hadden. 15In het zesde regeringsjaar van koning Darius, op de derde dag van de maand adar, was de tempel gereed.

Ezra 6:13-15NBV21Open in de Bijbel

8Op de zevende dag van de vijfde maand, in het negentiende regeringsjaar van koning Nebukadnessar van Babylonië, trok diens dienaar Nebuzaradan, de commandant van zijn lijfwacht, Jeruzalem binnen. 9Hij stak de tempel van de HEER in brand, en ook het koninklijk paleis en alle andere huizen van Jeruzalem; alle huizen van de welgestelden gingen in vlammen op.

2 Koningen 25:8-9NBV21Open in de Bijbel

De wetten van Meden en Perzen

Darius I is bekend geworden als een belangrijke wetgever. De wetten van Meden en Perzen worden in zijn tijd gezien als goddelijke besluiten: ze kunnen niet herroepen worden (Ester 1:19; Ester 8:4-8; Daniël 6:8-10).

8Alle rijksbestuurders van het koninkrijk, stadhouders en satrapen, raadsheren en gouverneurs, zijn van mening dat er een koninklijk besluit moet worden uitgevaardigd waarin wordt vastgelegd dat eenieder die de komende dertig dagen een verzoek tot een god of een mens richt in plaats van tot u, majesteit, in de leeuwenkuil zal worden geworpen. 9Welnu, majesteit, vaardig dat verbod uit en stel het op schrift, zodat het niet veranderd kan worden, zoals geen enkele wet van de Meden en de Perzen kan worden herroepen.’ 10Hierop stelde koning Darius het verbod op schrift.

Daniël 6:8-10NBV21Open in de Bijbel

19Als het de koning goeddunkt, laat hij dan een koninklijk besluit uitvaardigen dat schriftelijk in de wetten van Perzië en Medië wordt vastgelegd, zodat het niet kan worden herroepen. Hierin moet bepaald worden dat Wasti koning Ahasveros niet meer onder ogen mag komen en dat de koning haar koninklijke waardigheid aan een ander zal geven, die beter is dan zij.

Ester 1:19NBV21Open in de Bijbel

4De koning stak Ester de gouden scepter toe, waarna ze opstond, voor de koning ging staan 5en zei: ‘Als het de koning goeddunkt en hij mij goedgezind is, als het de koning juist lijkt en hij op mij gesteld is, laat er dan een bevel op schrift gesteld worden dat de brieven herroept die geschreven zijn door Haman, de zoon van Hammedata, de nakomeling van Agag, waarin zijn plan staat om in alle provincies van het rijk de Joden uit te roeien. 6Want hoe zou ik het onheil dat mijn volk treft kunnen aanzien? Hoe zou ik het uitroeien van mijn familie kunnen aanzien?’ 7Koning Ahasveros zei tegen koningin Ester en tegen de Jood Mordechai: ‘Hamans bezittingen heb ik al aan Ester gegeven en hijzelf is aan de paal gehangen omdat hij de Joden om het leven wilde brengen. 8Stel nu zelf, in naam van de koning, een verordening op schrift die u voor de Joden het beste lijkt, en verzegel die met de koninklijke zegelring. Want wat geschreven is in naam van de koning en verzegeld met de zegelring van de koning kan niet worden herroepen.’

Ester 8:4-8NBV21Open in de Bijbel

Wat Darius bereikt heeft

27en twintig gouden schalen ter waarde van duizend dariek. Ten slotte twee vaten van prachtig glanzend brons, kostbaar als goud.

Ezra 8:27NBV21Open in de Bijbel

27en twintig gouden schalen ter waarde van duizend dariek. Ten slotte twee vaten van prachtig glanzend brons, kostbaar als goud.

Ezra 8:27NBV21Open in de Bijbel

9Meteen daarna, op de drieëntwintigste dag van de derde maand, de maand siwan, werden de schrijvers van de koning ontboden. Er werd een bevel op schrift gesteld dat precies zo luidde als Mordechai het wilde en dat gericht was aan de Joden, aan de satrapen en de gouverneurs, en aan de hoofden van alle provincies, van India tot Nubië, honderdzevenentwintig provincies. Voor elke provincie was er een bevel in haar eigen schrift en voor elk volk in zijn eigen taal, ook voor de Joden in hun eigen schrift en hun eigen taal. 10Mordechai liet dit bevel schrijven in naam van koning Ahasveros en verzegelde het met de zegelring van de koning. Door boden die snelle paarden bereden, gefokt in de koninklijke stoeterij, liet hij brieven verspreiden 11waarin stond dat de koning de Joden in alle steden het recht gaf om zich aaneen te sluiten en hun leven te verdedigen; iedere groep gewapenden van welk volk of uit welke provincie ook die hen en hun vrouwen en kinderen zou willen aanvallen, mochten ze tot de laatste man doden, en hun bezittingen mochten ze buitmaken. 12In alle provincies van koning Ahasveros zou dit recht gelden voor één bepaalde dag, en wel de dertiende dag van de twaalfde maand, de maand adar. 13In alle provincies moesten afschriften van de brief worden verspreid; de inhoud ervan moest overal als wet worden uitgevaardigd en aan alle volken bekendgemaakt worden, zodat de Joden zich tegen de genoemde dag gereed konden houden om zich op hun vijanden te wreken. 14Op bevel van de koning vertrokken de boden op hun snelle, koninklijke paarden met de grootste spoed. Ook in de burcht van Susa werd de wet uitgevaardigd.

Ester 8:9-14NBV21Open in de Bijbel

Koningin Wasti verstoten

1Het was in de tijd van Ahasveros, de Ahasveros die regeerde over een rijk dat zich uitstrekte van India tot Nubië en dat honderdzevenentwintig provincies telde. 2-3In het derde jaar van zijn regering, toen hij in de burcht van Susa zetelde, richtte deze koning Ahasveros een feestmaal aan voor al zijn rijksgroten en hoge functionarissen; alle bevelhebbers van het leger van Perzië en Medië, de adel en de hoofden van de provincies waren aanwezig. 4Vele dagen spreidde hij de rijkdom en luister van zijn koningschap tentoon en de pracht en praal van zijn majesteit – honderdtachtig dagen lang.

5Toen deze dagen voorbij waren, richtte de koning een feestmaal aan voor alle bewoners van de burcht van Susa, van hoog tot laag. Dit duurde zeven dagen, en het werd gehouden in de binnenhof van de tuin van het koninklijk paleis. 6Draperieën van fijn linnen, wit en blauwpurper van kleur, waren aan albasten zuilen bevestigd met roodpurperen koorden van byssus en zilveren ringen; op een mozaïekvloer van porfier, albast, parelmoer en gekleurde stenen stonden rustbanken van goud en zilver. 7Er werd wijn geschonken in gouden bekers, die allemaal verschillend waren, en er was koninklijke wijn in overvloed, zoals men dat bij een koning mag verwachten. 8En bij het drinken gold de regel: geen beperkingen; de koning had alle hofmeesters opgedragen aan ieders wensen tegemoet te komen. 9Ook Wasti, de koningin, richtte een feestmaal aan, voor de vrouwen in het paleis van koning Ahasveros.

Ester 1:1-9NBV21Open in de Bijbel

Koningin Wasti verstoten

1Het was in de tijd van Ahasveros, de Ahasveros die regeerde over een rijk dat zich uitstrekte van India tot Nubië en dat honderdzevenentwintig provincies telde. 2-3In het derde jaar van zijn regering, toen hij in de burcht van Susa zetelde, richtte deze koning Ahasveros een feestmaal aan voor al zijn rijksgroten en hoge functionarissen; alle bevelhebbers van het leger van Perzië en Medië, de adel en de hoofden van de provincies waren aanwezig. 4Vele dagen spreidde hij de rijkdom en luister van zijn koningschap tentoon en de pracht en praal van zijn majesteit – honderdtachtig dagen lang.

5Toen deze dagen voorbij waren, richtte de koning een feestmaal aan voor alle bewoners van de burcht van Susa, van hoog tot laag. Dit duurde zeven dagen, en het werd gehouden in de binnenhof van de tuin van het koninklijk paleis. 6Draperieën van fijn linnen, wit en blauwpurper van kleur, waren aan albasten zuilen bevestigd met roodpurperen koorden van byssus en zilveren ringen; op een mozaïekvloer van porfier, albast, parelmoer en gekleurde stenen stonden rustbanken van goud en zilver. 7Er werd wijn geschonken in gouden bekers, die allemaal verschillend waren, en er was koninklijke wijn in overvloed, zoals men dat bij een koning mag verwachten. 8En bij het drinken gold de regel: geen beperkingen; de koning had alle hofmeesters opgedragen aan ieders wensen tegemoet te komen. 9Ook Wasti, de koningin, richtte een feestmaal aan, voor de vrouwen in het paleis van koning Ahasveros.

Ester 1:1-9NBV21Open in de Bijbel

Darius I voert muntgeld in, de dariek (Ezra 8:27).
Ook bedenkt Darius I een postdienst zodat er makkelijker en sneller gecommuniceerd kan worden binnen het grote Perzische rijk (zie daarvoor Ester 8:9-14). De postdienst volgt een route van Susa in Perzië tot Sardes in Klein-Azië. Er zijn 110 tussenstations: wisselplaatsen voor koeriers en paarden. Zo kan de afstand tussen Susa en Sardes afgelegd worden in de recordtijd van drie maanden!
Darius I laat in de twee hoofdsteden van Perzië, Susa en Persepolis, grote paleizen bouwen. Het verhaal over Ester speelt zich af in en rondom het indrukwekkende paleis in Susa, zie Ester 1:1-9.

Wie was Darius I in de Bijbel? (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Twana Towne Ret

Last Updated:

Views: 5691

Rating: 4.3 / 5 (64 voted)

Reviews: 87% of readers found this page helpful

Author information

Name: Twana Towne Ret

Birthday: 1994-03-19

Address: Apt. 990 97439 Corwin Motorway, Port Eliseoburgh, NM 99144-2618

Phone: +5958753152963

Job: National Specialist

Hobby: Kayaking, Photography, Skydiving, Embroidery, Leather crafting, Orienteering, Cooking

Introduction: My name is Twana Towne Ret, I am a famous, talented, joyous, perfect, powerful, inquisitive, lovely person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.