50 jaar criminaliteit in de Rotterdamse haven: het begon met de zeecontainers (2024)

Schiehaven

Kinderen voetballen in de snijdende wind op een kunstgrasveld langs de kade van de Schiehaven. Op het voormalige haventerrein zijn de loodsen van weleer vervangen door luxe appartementen; het penthouse van een complex in aanbouw staat zelfs voor 2,4 miljoen euro te koop. Het is nu nauwelijks voor te stellen dat de douane nog geen halve eeuw geleden op deze plek een ongekende drugsvondst deed na het controleren van de loslijsten van het Pakistaanse schip Pussur. In een loods werd in 1973 bijna 2.000 kilo hasj aangetroffen.

Dat is een enorme hoeveelheid, ook voor huidige begrippen, vertelt docent criminologie Robby Roks van de Erasmus Universiteit terwijl hij uitkijkt over de Maas. „Die vondst is illustratief voor de ontwikkeling die de Rotterdamse haven in de jaren 70 doormaakt.”

Lang gaat het er onschuldig aan toe. Havenarbeiders steken wat sinaasappels uit een kapotte kist in hun zak. Eind jaren 60 verschijnen de eerste berichten over havenlui die vierhonderd kisten sinaasappelen verduisteren, over professionele dieven die er met dozen radio’s en whisky vandoor gaan.

Kort daarop wordt de zeecontainer geïntroduceerd. En dat is hét grote kantelpunt: de Rotterdamse haven groeit en de criminaliteit transformeert mee. „Er worden dan hele containers vol leren jassen of dure metalen gestolen”, vertelt Roks. „Die containers lenen zich ook uitstekend voor het smokkelen van grote ladingen drugs en sigaretten.”

De criminoloog (37) is dan nog niet geboren, maar weet er inmiddels alles van. Samen met Cyrille Fijnaut (74), criminoloog en hoogleraar rechtsvergelijking aan de Universiteit van Tilburg, dompelde hij zich bijna twee jaar onder in de Rotterdamse misdaadgeschiedenis. Het leverde een lijvig boek op dat woensdag is verschenen: De recherche en de zware misdaad in Rotterdam – 1966-1996. Op verzoek leidt Roks NRC langs drie belangrijke plekken in die geschiedenis. Fijnaut levert zijn bijdrage uit voorzorg telefonisch.

Het is een opmerkelijk duo: de gepensioneerde Fijnaut die als voormalig student van de Politie-academie uitgroeide tot dé deskundige over de Nederlandse misdaadbestrijding, samen met de jonge Roks die zijn wetenschappelijke status op straat verdiende, met zijn promotie-onderzoek naar de Haagse straatbende de Crips en oprichter Keylow.

De twee kwamen in het najaar van 2019 in contact tijdens een congres over hedendaagse criminaliteit in de Rotterdamse haven dat Roks organiseerde en waar Fijnaut de opening verzorgde.

Kort daarna benaderde de voormalig hoogleraar criminologie en strafrecht Roks per email, ‘vriendelijk verzoek’ staat er boven. Fijnaut legt uit dat hij vanwege een niet afgerond onderzoek voor de Erasmus Universiteit in 1990 nog een schat aan informatie bezit. Fijnaut legde de hand op vertrouwelijke politiejaarverslagen en interviewde eind jaren tachtig tientallen Rotterdamse politierechercheurs, maar aan het uitwerken was hij nooit toegekomen. Of Roks niet samen een boek wilde schrijven?

„Ik heb een hart voor Rotterdam en kon zo iets leren over de geschiedenis van de criminaliteit”, zegt Roks die het ook als een buitenkans zag om eens met Fijnaut te werken.

De twee criminologen benadrukken dat hun boek veel meer is dan een geschiedenisboek en veel zegt over de misdaad in het Nederland van nu.

Hoewel de Rotterdamse haven de afgelopen vijftig jaar fors groeide en van stadsoevers als de Schiehaven verhuisde naar de Maasvlakte, zijn de grote problemen die de haven nu teisteren – professionele drugssmokkel en corrupte douaniers en havenmedewerkers – namelijk „helaas niet zo nieuw”. Fijnaut: „Uit de eerste analyses in de jaren 70 werd al duidelijk dat criminelen uit het Rotterdamse de haven tot hun werkterrein hadden gemaakt.”

Zo werd begin jaren 80 al een bende sigarettensmokkelaars opgerold. In dat onderzoek worden ook vijf medeplichtige douaniers aangehouden en veroordeeld. Roks: „Dit was een duidelijk geval van corruptie bij de douane. In ons boek zie je dat rechercheurs daarover dertig jaar geleden al alarm sloegen. En hun zorg lijkt terecht als je kijkt naar de recente voorbeelden.”

Lees ookCorruptie in de haven is een hardnekkig probleem

Witte de Withstraat

Vanwege de lockdown doet de populaire uitgaansstraat Witte de With triest aan. Terrasmeubilair staat ingepakt te wachten op betere tijden. Een enkel afhaalrestaurant en koffietent zijn open.

Een uitgaanstraat was de Witte de With vroeger ook al, alleen van andere allure. „Dit was lange tijd een plek waar niet iedereen graag kwam”, zegt Roks. Hier kwamen onder- en bovenwereld samen, verschillende leefwerelden bij elkaar. De straat zat in de jaren zeventig en tachtig vol café’s (de redactie van NRC Handelsblad was er tot begin jaren 80 gevestigd) en werd omgeven door goktenten.

De Gok zoals het illegale gokken in Rotterdam werd genoemd, gold als een van de meest lucratieve criminele bedrijfstakken. De stad zat vol gokhuizen en illegale casino’s, deels in handen van Chinezen, deels in handen van de autochtonen. Opvallend genoeg, zo constateren Fijnaut en Roks, werden verschillende gokspelen door de politie niet als criminaliteit gezien, neem de (illegale) stadslotto waar honderdduizenden Rotterdammers aan deelnamen en de bingo waar huisvrouwen miljoenen aan spendeerden.

50 jaar criminaliteit in de Rotterdamse haven: het begon met de zeecontainers (2)

Een enkele gokbaas werd zo machtig dat het gemeentebestuur dacht niet meer om hem heen te kunnen. Roks roept het voorbeeld van gokbaas Ger van Driel Vis in herinnering die jarenlang met de gemeente onderhandelde over de bouw van een gigantisch Eroscentrum (voor prostituees) aan de Keileweg. De deal klapte op het laatste moment. „Hij zou 50 miljoen gulden (circa 22 miljoen euro) legaal investeren terwijl het sterke vermoeden bestond dat dit illegaal verdiend was met gokken. Over dit soort vermenging maakten rechercheurs zich grote zorgen.”

Het met gokken verdiende geld werd weer in andere vormen van criminaliteit geïnvesteerd én witgewassen. Volgens een schatting van de politie zouden in die tijd wel zevenhonderd horecazaken deels in criminele handen zijn. Ook stak omkoping de kop op en probeerden criminelen politie-agenten te corrumperen met vrouwen en geld. Roks: „Er is lange tijd gedacht dat wij geen georganiseerde misdaad hadden omdat er altijd de vergelijking met de maffia in Italië en de VS werd gemaakt, maar ondertussen was er van alles aan de hand.”

Katendrecht

‘De Kaap’ lijkt in niets nog op het bedrijvige zeemanseiland uit de vorige eeuw. Vlotte, jonge ouders met kinderwagen lopen voorbij. Alleen de namen van café De Ouweho*r, restaurant De Matroos en Het Meisje en de ho*renloper (de bijnaam voor de voetgangers- en fietsersbrug naar Hotel New York op de Wilhelminapier) doen nog denken aan de tijd dat (zee)mannen van heinde en verre Katendrecht bezochten vanwege de cafés en prostitutie.

Op Katendrecht ontstond de eerste Chinatown van Europa. Vijftig jaar geleden was het nog dé rosse buurt van Rotterdam. De politie hield er bijzondere statistieken over bij. In 1971 stonden er 374 ‘publieke vrouwen’ op Katendrecht geregistreerd waarvan 89 ‘kleurlingen’, blijkt uit politie-jaarverslagen.

De komst van Surinamers naar Nederland veranderde De Kaap. Zij werden ook actief als pooier en dat leidde tot een openlijke strijd tussen zwarte en witte ‘souteneurs’. „Die vrouwen vielen op die zwarte kerels, dat waren de mannen. En op een gegeven moment pikten de blanke souteneurs het niet meer”, memoreert een politierechercheur in het boek.

Lopend door de uitgestorven Atjehstraat, waar in 1975 nog een heuse ‘opiumkit’ werd opgerold, vertelt auteur Roks dat de opkomst van de georganiseerde misdaad in Rotterdam zowel samenhing met maatschappelijke ontwikkelingen zoals individualisering en werkloosheid als met technische ontwikkelingen zoals de komst van de zeecontainer.

Die container luidde een logistieke revolutie in en zorgde ook qua criminalieit voor een schaalvergroting: zowel wat betreft de smokkel van (opeenvolgend) opium, hennep en hasj, heroïne en cocaïne, als bijvoorbeeld de export van gestolen auto’s. De politie kon dat nauwelijks bijbenen.

Het is de befaamde, in december vorig jaar overleden korpschef Jan Blaauw die inziet dat de oprukkende misdaad in Rotterdam alleen kan worden bestreden met een sterke, gespecialiseerde centrale recherche. Met die goedfunctionerende recherche krijgt de politie inderdaad betere grip op de criminaliteit. Maar eind jaren 80 wordt die recherche met de komst van wijkteams weer uitgekleed.

In een interview in de plaatselijke krant Het Vrije Volk, later opgegaan in het Rotterdams Dagblad dat nog weer later opging in het AD, waarschuwt Blaauw in 1988 voor de gevolgen die de afbraak van de recherche heeft voor de misdaadbestrijding. Fijnaut ziet in die uitholling van toen een patroon. „Het verhaal van de recherche in Rotterdam en in Nederland is een verhaal van onvoldoende middelen en de interne strijd over de verdeling daarvan.”

Ook nu voert de politie namelijk een interne strijd waardoor de bestrijding van misdaad ondergeschoven raakt.

Zo wordt naar aanleiding van de moord op de Amsterdamse advocaat Derk Wiersum in het najaar van 2019 een nieuwe politie-eenheid opgericht. Dat kaapt nu personeel weg bij een – volgens de auteurs met commissaris Blaauws centrale recherche vergelijkbaar – politie-onderdeel: het hightechcrimeteam dat de cryptocommunicatie van criminelen kraakte. Criminoloog Fijnaut : „Je vraagt je af of er op het ministerie van Justitie nog mensen werken die iets weten over de geschiedenis.”

Lees ookIs de opwaardering van Katendrecht ook goed voor de ‘gewone Rotterdammer’

Een versie vandit artikelverscheen ook inNRC Handelsbladvan 6 februari 2021.

50 jaar criminaliteit in de Rotterdamse haven: het begon met de zeecontainers (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Dean Jakubowski Ret

Last Updated:

Views: 6264

Rating: 5 / 5 (70 voted)

Reviews: 93% of readers found this page helpful

Author information

Name: Dean Jakubowski Ret

Birthday: 1996-05-10

Address: Apt. 425 4346 Santiago Islands, Shariside, AK 38830-1874

Phone: +96313309894162

Job: Legacy Sales Designer

Hobby: Baseball, Wood carving, Candle making, Jigsaw puzzles, Lacemaking, Parkour, Drawing

Introduction: My name is Dean Jakubowski Ret, I am a enthusiastic, friendly, homely, handsome, zealous, brainy, elegant person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.